ALAAF: welluidende begroeting en aanmoedigende onderlijning bij het begin van een belangrijk werk, in bekoringen en gevaren
ASBAK: productiecentrum voor kruisjesstof voor dito woensdag
BACHANALE: uit de hand gelopen klassiek getint exces
BON-VIVANT: idealistisch partijlid dat er luchthartig tegenaan gaat
CARNAVAL: praalwagen na val over verkeersdrempel
CONTRIBUUT: buut in landelijke western stijl
DEUKHOED: hoofddeksel na contact met laaghangende hindernis
DISCREET: bescheiden gleuf waarin een floppy past
EPICENTRUM: centrale locatie voor trillende epicuristen
EVALUATIE: een deelneemster naar waarde schatten
FLESJESWATERPAS: zich juist ontdaan hebben van overmatig genuttigde gebotteld bronvocht
FLUIT: muziekinstrumentje van een (euro)cent
GELUL: pochen met voorgaand attribuut
GILDE: groep oude ambachtsmensen die korte schreeuwstootjes gaven
HEILDRONK: toost met gestrekte arm op eigen volksgezondheid
HUISHOUDEN: ergens doen alsof men thuis is
IMPROVISEREN: interessante invallen inbrengen ingeval inaccurate inactiviteiten
IRONIEMUS: fijn spotvogeltje
JENEVERNEUS: kleurrijk en geestrijk reukorgaan om te feesten
JODELEN: aansporing om Jo aan te zetten de kaarten rond te geven
KAKOFONIE: symfonische achterwerkmuziek na het nuttigen van bonen
KLOTERIJ: reeks lullige raadsleden
LANTAARN: schoon Vlaams voor Truiens carnavalsmonument
LIDMAAT: kameraad van dezelfde vereniging met dezelfde geslachtelijke afmeting
MEDAILLE: memorabel nek-omhangsel met keerzijde
MILKSHAKE: opgehuppelde borstvoeding
NADRUPPELEN: blijven jenever drinken of de nakomer bij een onvolledige leegloop
NONSTOPTOURNEE: eindeloze traktatie of gulgesponsorde receptie
OBSESSIE: obscure zitting
ONTOEREKENINGSVATBAR: bar waar de omvang van de ton niet kan berekend worden
PARADEPAS: vader kwam juist op het antwoord
PRINSIPAAL: in principe de paal voor de prins
QUALITEIT: betere eigenschappen dan met kwal
QUIËTIST: tist die op zijn qui-vive moet letten
RIDDERSCHAP: kast waar de ridders hun ordes leggen
RUIMTEMAAT: kameraad die plaats nodig heeft
SCHARRELEN: achter de jonge kippetjes aanzitten
SUSPENS: de buik van Sus
TELLOORGANG: achteruitgang vol soep-, eet- en dessertborden
TOOG: plaats om ingetogen naar toe en opgetogen van weg te tijgen
UITSPOKEN: als geestigaard iets uithalen
UITWAAIEN: milieuvriendelijk, tamelijk efficiënt en gratis ontnuchteringsysteem
VIJFLEDIG: tijd om zesde te bestellen
VROEGERTJE: verleden tijd van vluggertje
WA? dialect voor: Zou u mij dat nog eens kunnen herhalen, als het u belieft?
WIJNKAN: maar moet niet al zorgt het voor plezier na bier
XANTIPPE: van ?Xantippe as aan ienie gewoen?
X-AS: opgesmeuld x-lijntje
Y-AS: je eigen kledingstuk begroeten
YOEPE: iets vloeibaars inkippen
ZAKKENROLLEN: behendigheidssport bestaande uit botsen, pikken en lopen
ZITTING: bonte voorstelling die doorgaans staande aan een toog gevolgd wordt
ZIEZO, dat was het dan weer voor deze keer en de rest komt weleer een andere keer!
* wat ** o zalige eenvoud ° zonder schijn of bedrog °° niet te bewijzen valt
Research: Rudi Festraerts ?
Sint-Truiden 2003